Nog maar net benoemd als raadslid hoorde ik van een situatie in het lommerrijke deel van Warnsveld waarbij de gemeente een deel van een openbaar bosje had verkocht aan een naburige bewoner.

Kort daarop belandden er voor dat stuk twee vergunningaanvragen op het bureau van de gemeente: een voor de kap van tien bomen en een tweede voor het bouwen van een tuinhuis met een vloeroppervlak van meer dan 50 m2. Ik heb daar in mijn eerste raadsvergadering een vraag over gesteld.

Het antwoord van het College was dat de verkoop van het bosperceel formeel juist was, maar dat het niet vanzelfsprekend is dat de gemeente de beide vergunningaanvragen zal honoreren. Dat is dus de eerste winst.

Na de vergadering gaf wethouder Sueters aan dat hij zelf de criteria in het huidige beleid voor verkoop wel erg ruim vindt. Voor mij betekent dit twee dingen: de criteria moeten worden aangescherpt zodat geen publiek groen meer verdwijnt naar mensen die er heel andere dingen mee willen.

Ik zal daar een voorstel voor doen. En ik zal de beschikkingen van de gemeente over de beide vergunningaanvragen nauwgezet volgen, want je weet het maar nooit …