In onze fractie vroegen we ons af hoe de gemeente omgaat met maatschappelijke verhuur van gemeentelijk vastgoed. Wij vroegen ons af of er in Zutphen eigenlijk beleid is of in ieder geval richtlijnen zijn in het kader van maatschappelijke verhuur. Waarom dat belangrijk is, proberen we hierna duidelijk te maken.

Eerst een korte uitleg; maatschappelijke verhuur vindt plaats als er maatschappelijk vastgoed, vastgoed dat eigendom is van de gemeente, wordt verhuurd aan organisaties, verenigingen of burgers die (sociaal)maatschappelijke diensten aan burgers van de gemeente verlenen. De exploitatie van het vastgoed wordt dan (gedeeltelijk) door publieke middelen mogelijk gemaakt. Het gaat bijvoorbeeld om sportterreinen en clubgebouwen van verenigingen. Maar het kan ook gaan om een zorginstelling of een organisatie die werkt op het gebied van opvang van daklozen. De organisaties betalen vaak minder huur in ruil voor hun bijdrage aan onze gemeenschap.

We besloten hierover navraag te doen bij de verantwoordelijke afdeling van de gemeente. Duidelijk werd dat op dit moment geen vastgesteld kader voor maatschappelijk verhuur aanwezig is. Er ligt wel een basis voor vastgoedbeleid, maar dit moet echter op diverse deelgebieden nog nader worden uitgewerkt, onder andere op het vlak van maatschappelijke verhuur. Goed in beeld zijn welke panden eigendom zijn van gemeente, wat de waarde hiervan is, wie op dit moment huurt etcetera. In principe wordt altijd marktconform of minimaal kostprijs-dekkend verhuurd. Uitgangspunt is daar waar mogelijk vastgoed financieel te laten renderen.

Maatschappelijke verhuur is zeker niet nieuw maar de definitie en de inzet van maatschappelijk vastgoed is aan het veranderen. De bibliotheek, kinderboerderij, musea, voetbalclubs of buurtcentra zijn altijd onder maatschappelijke verhuur geschaard. Vraag is of dit nu nog steeds wenselijk is. Ditzelfde geldt voor de gemeentelijke musea die op dit moment nog onderdeel zijn van het gemeentelijk vastgoed.

Wat in het verleden vaak gebeurde was, dat een maatschappelijke organisatie gratis of tegen een sterk gereduceerde huur een pand kon betrekken. Dit zou naar onze mening niet meer moeten. Een maatschappelijke huurder zou "gewoon" het vastgestelde bedrag aan huur of pacht moeten betalen. Dit kan daarna (deels) verrekend worden via een subsidie aan dezelfde maatschappelijke huurder. Dan worden heldere afwegingen en keuzes gemaakt en is goed inzichtelijk wat er met het geld gebeurt. Blijft de vraag wat te doen met gemeentelijk vastgoed dat al langere tijd leeg staat en lastig commercieel te verhuren blijkt te zijn. Ga je daar (tijdelijk) een (sociaal) maatschappelijke verhuur aan koppelen? Of laat je het pand leeg staan?

Wij vinden het wenselijk dat de gemeente een actieve partner wordt daar waar dat nodig is. De relatie met belangrijke (sociaal) maatschappelijke partners is tweezijdig en kan het beste gelijkwaardig zijn. Daarbij zullen beide partijen zich bewust moeten zijn van de gezamenlijke doelen die ze willen bereiken. De gemeente kan daarbij minder sturend en meer als gelijkwaardige partner meedoen aan het proces en “aandeelhouder” worden. Zo komen organisaties niet alleen halen bij de gemeente, maar ook brengen. En zo stelt de gemeente niet alleen kaders maar denkt ook actief mee en maakt mogelijk!

De kaders voor maatschappelijke verhuur komen later dit jaar op de agenda. Wij gaan ons verder voorbereiden op de discussie.
Opmerkingen en suggesties zijn welkom!